Procedure inventarisatie van verwaarloosde woningen en gebouwen

  1. Vaststelling en inventarisatie van verwaarlozing (artikel 3 & 4)
    De woningcontroleur voert controles uit en stelt een technisch verslag op. Gebreken die vanaf de openbare weg zichtbaar zijn, worden genoteerd. Vanaf 15 punten op het technisch verslag kan een pand op de inventaris verwaarlozing terechtkomen. Het stadsbestuur brengt de eigenaar daarvan schriftelijk op de hoogte. De eigenaar krijgt 30 dagen om de inventarisatie van het pand te betwisten.

    Ook eigenaars van panden met beperkte verwaarlozing worden schriftelijk gewaarschuwd. Zij worden aangespoord om hun pand in orde te brengen om te voorkomen dat de situatie verergerd en het pand uiteindelijk toch wordt geïnventariseerd.

  2. Kennisgeving (artikel 5)
    De eigenaar(s) van de woning of het gebouw worden met een aangetekende brief op de hoogte gesteld van het vermoeden van leegstand.

  3. Bezwaar (artikel 6)
    De eigenaar kan een bezwaarschrift indien tegen de opname in de inventaris.